Het artikel uit het brein van Rypke Zeilmaker ontsproten nader beschouwd.
Onderstaand een samenvatting en de link naar het volledige stuk.
Waarom van belang?
In dit artikel worden mechanismen omschreven die veel van de huidige ontwikkelingen kunnen verklaren en laten zien dat het gras niet altijd zo groen is als het lijkt. Het stuk wordt als belangwekkend gezien in de milieu- en energiehandel. Er worden verbanden blootgelegd die te denken geven.
Waarom multinationals en milieuclubs samenwerken
De schrijver stelt dat deze samenwerking in wederzijds voordeel uitpakt.
Shell en Unilever profiteren van activisten als Milieudefensie. Multinationals dwingen via politieke lobby steeds meer lastenverzwarende regels af, om zo de concurrentie achter zich te laten.
Ze kunnen op die manier steeds beter de hogere lasten van het milieubeleid aan.
Het motief van de multinationals voor ‘groen’ is het tevreden houden van de aandeelhouders.
Zo hebben de milieuclubs en Philips het verbod op de gloeilamp gerealiseerd. Philips haalt meer winst uit halogeenlampen en Greenpeace scoort in moreel opzicht. Met Shell kon Greenpeace een deal forceren om de kolencentrales te sluiten. Weer een energieconcurrent minder en Greenpeace scoort met klimaatwinst.
Waar je natuurwaarden aantast, moet je financieel compenseren. Daar zijn schadeberekeningen voor gemaakt en die zijn door het Europese Parlement in 2016 aangenomen als richtlijn voor Europees Natuurbeleid tot 2030.
Een voorbeeld: Met een project als de ‘Marker Wadden’ kan Natuurmonumenten mooie sier maken in de media. Maar er moet wel gezwegen worden over de mogelijke aanleg van Lelystad Airport tussen de natuurgebieden Oostvaardersplassen en De Wieden en over de plaatsing van windturbines in vogelgebied IJsselmeer. Door dit soort lobby’s komen multinationals onder de natuurregels uit, waaraan elke andere partij wel moet voldoen. En tegelijk lijkt het alsof er iets positiefs wordt gedaan door Natuurmonumenten.
Het artikel van schrijver Rypke Zeilmaker verscheen op 16 februari 2018 in Elsevier Weekblad.
Bron: De Groene Rekenkamer