Gezondheidseffecten van windturbinegeluid

Op windwiki.nl.

Op basis van de RIVM-rapporten bouwt men in Nederland op veel kleinere afstanden van omwonenden industriële Windturbines dan in enig ander Europees land.

Windwiki heeft een gerenommeerd epidemioloog, Dick Bijl, de wetenschappelijke rapporten van het RIVM over windturbinegeluid laten beoordelen.

Het Bijl-rapport is door vier wetenschappers gepeerreviewed.


Samenvatting van het Bijl-rapport:

In dit rapport wordt de wetenschappelijke waarde en methodologische kwaliteit van de RIVM-rapporten over gezondheidsaspecten van windturbines beoordeeld.

Eerst wordt uitgebreid ingegaan op de voorwaarden waaraan wetenschappelijke bewijs moet voldoen en welke vormen van onderzoek binnen de wetenschap worden gebruikt. Er wordt beschreven hoe onderzoek en onderzoeksresultaten kunnen worden vertekend, bijvoorbeeld door fouten in de onderzoeksmethode, of doordat het onderzoek wordt gefinancierd door een partij die belang heeft bij een bepaalde uitkomst.

Gerandomiseerd dubbelblind onderzoek is het onderzoek met de hoogste graad van wetenschappelijke bewijsvoering. Voor het onderzoek naar hinder van windturbines geldt de beperking dat dit niet ‘dubbelblind’ gedurende langere tijd kan plaatsvinden. Men is aangewezen op lagere categorieën van wetenschappelijk onderzoek: het observationele onderzoek en dwarsdoorsnede-onderzoek. Met daarnaast het laboratoriumonderzoek.

De factoren die de uitkomsten kunnen vertekenen worden benoemd: rechtstreekse geluidsmetingen óf berekende en gemodelleerde geluidsniveaus, gemiddelde waarden in plaats van piekwaarden, aantal windturbines (WT’s), hoogte van de WT’s, afstand tot de woningen, de invloed van het plaatselijk klimaat (temperatuur, windsterkte, vochtigheid), deelnemers die financieel profiteren van WT’s, hebben deelnemers een normaal gehoor?, keuze van de gebieden (vakantiehuisjes, permanente bewoning), het verbergen van het doel van vragenlijstonderzoek (soms wel, soms niet), en zelf-gerapporteerde gezondheid of uit het medische dossier afgeleide.

Het RIVM concludeert in 2017 dat onderzoek naar slaapverstoring geen doorslaggevende conclusies heeft opgeleverd. Wel wordt een verband gevonden tussen zelf-gerapporteerde slaapverstoring en hinder door windturbines.

De in 2020 nieuw toegevoegde onderzoeken dragen niet bij aan inzicht vanwege de lage wetenschappelijke waarde.

Vier onderzoeksvragen worden beantwoord:

1. Wat is de wetenschappelijke en met name methodologische onderbouwing van de conclusies van het RIVM-rapport gezondheidseffecten Windturbinegeluid?

Veel onderzoek is gesponsord door nationale overheden en soms zelfs door direct belanghebbenden, zoals windturbinefabrikanten. De aanbevelingen en conclusies van deze onderzoeken lijken vooral de sponsor gerust te willen stellen en, al dan niet gevraagd, adviezen te geven over de wijze van omgang met windturbinecritici en annoyance. De gebruikte literatuur die rapporteert over de gezondheidseffecten van windturbines wordt over het algemeen gekenmerkt door kwalitatief minder goed onderzoek waarin geen of onvoldoende rekening is gehouden met belangrijke bronnen van vertekening. De problemen van de onderzoeken worden door de auteurs meestal niet of onvoldoende kritisch beschreven.

De specifieke gezondheidseffecten van laagfrequent geluid en infrageluid zijn vooral onderzocht in het laboratorium. Deze onderzoeken kenmerken zich door kleine aantallen, gezonde jongvolwassen proefpersonen die kortdurend werden onderzocht waarbij specifieke onderzoeksvragen of nieuwe onderzoeksmethoden worden onderzocht. Het gaat dus om hypothese-genererend onderzoek dat niet als wetenschappelijk bewijs geldt en waaraan geen causale conclusies kunnen worden gekoppeld. Het RIVM doet dat echter toch.

2. Is de interne en externe validiteit van de onderzoeken in voldoende mate gegarandeerd om de conclusies te onderbouwen?

Vaak wordt er door onderzoekers niet of onvoldoende duidelijk gemaakt of de onderzochte groep proefpersonen representatief is voor de algemene bevolking. Sommigen, zoals de onderzoekers van de Canadese Community Noise and Health Study, geven expliciet aan dat ze niet geïnteresseerd zijn in representativiteit. Wat betreft de interne validiteit van de onderzoeken zijn de statistische analysemethoden niet altijd nauwkeurig beschreven waardoor geen conclusie kan worden getrokken of deze goed zijn toegepast.

3. Is de zoekactie naar literatuur adequaat?

Het gebruik van literatuur in het RIVM-rapport kenmerkt zich door een grote mate van inconsistentie. Het RIVM-rapport bespreekt behalve oorspronkelijke onderzoek ook reviews. Dit zijn veelal niet-systematische literatuuroverzichten waarvoor geen zoekacties worden gegeven en die dus niet controleerbaar zijn. Ze moeten worden gezien als persoonlijke visies van auteurs of instellingen. Er is sprake van oncontroleerbare selectiebias. Dat geldt ook voor de RIVM-rapporten die derhalve niet gekwalificeerd kunnen worden als wetenschappelijk bewijs.

4. Is de interpretatie van de onderzoeken adequaat?

De conclusies die het RIVM trekt uit de onderzochte literatuur moeten op veel aspecten als inadequaat worden beschouwd. Het gebruik van niet-systematische literatuuroverzichten alsmede onderzoeken uit een zeer lage categorie van wetenschappelijk bewijs, de invloed van onderzoekers met conflicterende belangen en het tekortschieten van de interne en externe validiteit van de onderzoeken gelden als voornaamste redenen daarvoor.

Eindconclusie

De eindconclusie luidt, dat op basis van slecht wetenschappelijk onderzoek geen harde conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de gezondheidseffecten van windturbinegeluid op mensen. De conclusie dat er geen aanwijzingen zijn voor gezondheidseffecten van windturbinegeluid moet daarom worden verworpen.

Er is dringend behoefte aan goed wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door onafhankelijke onderzoekers, die geen belang hebben bij de uitkomsten daarvan.


Bekijk het volledige rapport op windwiki.nl.


Windwiki  over de bevindingen

Het is enerzijds jammer dat ons vermoeden is bevestigd, je wilt liever een correct onderbouwd advies van de overheidsdienst waar beleidsmakers op vertrouwen.

Anderzijds is het goed dat de politiek nu aan zet is en zich opnieuw moet buigen over de normen waar in Nederland mee wordt gewerkt.

Het is opvallend dat het RIVM rapport uit 2009 ‘Evaluatie nieuwe normstelling Windturbinegeluid’, tot normen kwam waarmee slechts 15% van Nederland zou kunnen worden bebouwd met industriële windturbines, en waarin over genoegdoening van omwonenden wordt geschreven, evenals afbraak van turbines bij te veel overlast.

Wij hebben bij het ministerie van EZK geopperd om voorlopig terug te vallen op het RIVM rapport uit 2009.